Toelichting programma Licht, lot en duisternis

In dit laatromantische programma van het Utrechts Vocaal Ensemble nemen we je mee door de nacht. Een reis door het duister, soms tussen hoop en vrees. Daarom lijkt het ons goed te beginnen met een zegenbede, het Nachtlied van Max Reger. (1873-1916). Lieflijk getoonzet door de componist die gezien zijn drankmisbruik vast onrustige nachten gekend heeft.     

Het programma is thematisch opgebouwd rond het Schicksalslied (1871) van Johannes Brahms, met een pianobewerking van de oorspronkelijke orkestpartij. De componist koos voor een gedicht van Friedrich Hölderlin, dat uit twee delen bestaat. Eerst beschrijft de dichter de stralende, zalige en veilige wereld van de goden, daarna het akelige lot van de mensen, die voortgedreven door het lot zich in het ongewisse moeten storten.  

Als componist had Brahms de vrijheid om een eigen interpretatie aan dit gedicht te geven. Hij heeft serieus overwogen om het eerste deel terug te laten komen en daar dan mee te eindigen. Na lang aarzelen besloot hij toch om het sombere mensbeeld dat de dichter Hölderlin in de tekst uitdrukt, te handhaven en de oorspronkelijke opzet van het gedicht aan te houden. Wel heeft Brahms het tweede deel, dat over het menselijk lot gaat, de energie van een soort vitale woede meegegeven, van opstandigheid. Een muzikale interpretatie.

Uit dezelfde laatromantische periode, maar iets later, stamt Um Mitternacht (1901), een van de vijf Rückertliederen van Gustav Mahler. Oorspronkelijk voor solostem en piano, het UVE zingt dit in de achtstemmige bewerking voor a capella koor uit 2011 van de Sloveense componiste Nana Forte. Het is minder somber dan het Schicksalslied, aan het eind gloort hoop en komt er vertrouwen.

Voor degenen die de Rückertliederen kennen zal het een verrassende herkenning zijn. De melodie is altijd duidelijk te horen, de instrumentale begeleiding ontbreekt.

Mahler (1860-1911) geldt als een componist die nog net tot de laatromantiek gerekend wordt. In zijn tijd was al de vernieuwing in de vorm van het impressionisme in de kunst doorgebroken, eerst in de schilderkunst en daarna ook in de muziek. De pianobroers Arthur en Lucas Jussen legden in het tv programma Bar Laat (19 november) uit wat het verschil is. In de romantiek is een melodie te herkennen, een aria. In het impressionisme zijn het ‘een soort vlagen’ waarmee de componist de suggestie van een beeld oproept. Zeker in de pianopartij van de Hymne au soleil van Lily Boulanger zijn die vlagen te horen. Muzikaal multitalent Lily Boulanger (1893-1918) leefde en componeerde in die razend interessante periode van vernieuwing in de kunst. Haar werk is zeker complex te noemen en gezien haar korte levensduur heeft ze veel geschreven.  

Pianiste Femke de Graaf speelt tijdens dit concert een stuk van Lily Boulanger voor piano, en ook een compositie van Johannes Brahms. 

De nacht heeft ook de Nederlandse componisten Hendrik Andriessen en Johan Wagenaar geïnspireerd. En Morton Lauridsen (1943). Of je zijn werk neo-romantisch noemt of neo-impressionistisch, doet niet ter zake. Met zijn eigen idioom spreekt hij een groot publiek aan.  

De Hymne au soleil uit 1918 van Lily Boulanger is een stralende lofzang op het licht en de liefde voor het leven. Daarmee verdwijnt het duister helemaal. De zon is op, we staan weer in het licht.

Monic Slingerland

Schuiven naar boven